© 2015 marjolein blaauwbroek

Mirjam de Winter

Met bloedend hard verliet Mirjam de Winter vijfentwintig jaar geleden Amsterdam en opende haar galerie Phoebus aan de Eendrachtsweg 61 te Rotterdam. De opening werd belemmerd door de sterkste storm sinds 1911. Dat mocht niet deren, want nu, vijfentwintig jaar later viert ze haar zilveren jubileum, niet met taart, maar met de groepstentoonstelling ‘25’ waar maar liefst 61 kunstenaars aan deelnemen.

“Ik wilde graag vanuit één plek werken, dus zocht een mooi huis waarin ook ruimte was voor een galerie”, vertelt Mirjam de Winter terwijl ze een kopje thee voor mij inschenkt. De prijzen van de grachtenpanden in Amsterdam lagen ver boven hun budget. Haar man kreeg een baan in Delft, dus Rotterdam, de opkomende kunststad, was een goed alternatief. “Ondanks dat ik geen netwerk had in Rotterdam, werd Phoebus meteen bekend. In Amsterdam zou dat veel moeilijker zijn geweest. Daar staan alle galeries hutje mutje bij elkaar, maar hier was ik toentertijd één van de zeven galeriehouders.” De locatie bleek perfect. Om de hoek bij het Boijmans Van Beuningen en de Witte de Withstraat en twee jaar later opende de Kunsthal ook haar deuren.

Kunst die je zelf zou willen hebben
Mirjam de Winter is de galerie gestart vanuit ‘de liefde voor de kunst die je zelf zou willen hebben’. “In 1990, het eerste jaar van Phoebus, bezocht ik elf eindexposities van kunstacademies en vele beurzen. Tegenwoordig ga ik gerichter op zoek of vinden kunstenaars mij.” Zo introduceerde kunstenaar Piet Dirkx de jonge Sarah van der Lijn in 2010. “Ik was gelijk onder de indruk van haar tekeningen met haar eigen bloed en haar.” Vlak na haar afstuderen verkocht De Winter een werk van Sarah aan de Caldic Collectie. En momenteel is haar werk Een tekening van ‘eenlingen’, bestaande uit eindeloos herhaalde kleine cirkels, opgenomen in de jubileumtentoonstelling.

Helderheid en complexiteit
Phoebus vertegenwoordigt jonge, oude, bekende en onbekende kunstenaars, uit zowel binnen- als buitenland. “Ik ben op zoek naar een goede verhouding tussen verschillende tegenpolen. Zoals helderheid en complexiteit. Als het gelijk duidelijk is waar een werk over gaat wordt het te simpel, maar als een werk te complex is en dus niet te begrijpen, is het niet meer interessant.” Een andere tegenstelling is traditie en fris. “Ik voel dat een kunstenaar als Amparo Sard, die geperforeerde papierreliëfs maakt, de kunsttradities kent. Alleen geeft zij daar haar eigen draai aan. Het is niet meer interessant om een Picasso of Rembrandt te maken, maar het is wel belangrijk om hun werk te blijven bestuderen en daarvan te leren.” Zo is er een rijtje van vijf maal twee tegenpolen die de galeriehoudster in haar achterhoofd houdt. Daarnaast is haar liefde voor vakmanschap duidelijk zichtbaar. Vele geperforeerde werken, tijdrovende schilderijen en verfijnd getekende herhalingen hangen aan de muren van het pand.

Zorgvuldigheid
De zorgvuldigheid waarmee De Winter kunst kijkt en uitzoekt is terug te zien in de inrichting. Terwijl ze mij rondleidt verwijdert ze een pluisje van de muur, legt ze een blokje recht en verontschuldigt ze zich over de ingepakte werken in de gang, die tijdens Art Rotterdam in de Van Nellefabriek te zien waren. Tegelijkertijd vertelt ze vol passie over de werken, alsof het haar eigen kinderen zijn.
Alle geïnteresseerden houdt ze persoonlijk op de hoogte, via individuele brieven of mailtjes, maar ook door het organiseren van lezingen, atelierbezoeken en speciale kijkavonden. Ook met de kunstenaars houdt ze nauw contact. “Het is belangrijk om te weten wat je aan elkaar hebt. Ik besteed veel tijd aan de kunstenaars die ik vertegenwoordig. Als een van de kunstenaars overstapt naar een andere galerie ben ik dan ook bedroefd. Helaas hoort dat bij het vak.”

Confetti
De tentoonstelling ‘25’ bestaat uit drie ruimtes. De zaal boven is voornamelijk gevuld met schilderwerk. De projectzaal met uitzicht op de tuin is ingericht met ‘natuurlijk werk’. Tientallen werken vormen gezamenlijk een landschap. De derde ruimte is gereserveerd voor het ladenproject. De Winter vraagt een paar keer per jaar zestien kunstenaars een lade te vullen met autonoom werk dat geschikt is voor horizontale presentatie. Eén voor één trekt ze de lades open. Foto’s, tekeningen, schilderwerk, maar ook kleine installaties worden zichtbaar. “Ik vraag voor dit project regelmatig kunstenaars die niet met Phoebus verbonden zijn. Zo kan ik meer kunstenaars een podium bieden en kunnen wellicht nieuwe connecties ontstaan.”

Een deel van de kunstenaars heeft werk ingeleverd dat verwijst naar feest of het vijfentwintigjarig bestaan. Klaas Kloosterboer vulde bijvoorbeeld een van de lades met confetti en schreef hierin ‘La La’. En Stefan Gritsch gaf zijn werk, dat bestaat uit een tafel met vijfentwintig acrylverfobjecten, de titel: Some More Than 25 Pretty Things for 25 Years Phoebus.

Door kunstenaars gedragen
De naam Phoebus is geïnspireerd op het werk Febo van de Italiaanse kunstenaar Claudio Parmiggiani. Dit werk gaat over licht en donker, schilderkunst, beeldhouwkunst, de geboorte van kunst en spiritualiteit. Phoebus is Latijn en betekent ‘de stralende’ en ‘de heldere’. Door het verschillend gebruik van het begrip heeft het geen eenduidige betekenis. “Kunst heeft ook vele betekenissen en is niet in woorden te omschrijven. Een breed begrip als ‘phoebus’ sluit daar goed op aan.” De galerie wordt volgens haar gedragen door de kunstenaars. “Dus mijn naam hoort niet boven de deur.”

Afgelopen zomer bezocht De Winter Claudio Parmiggiani in zijn atelier. De Winter vertelt vol trots dat hij na een inspirerend gesprek besloot deel te nemen aan ‘25’ met een werk uit de serie ‘De-locazione’. Dit werk hangt prominent in het midden van de zaal. Met zijn werk Febo is het tenslotte allemaal begonnen.

’25’ is van 25 januari t/m 8 maart 2015 te zien bij Phoebus in Rotterdam

 

151402_Phoebus_0031b