© 2014 marjolein blaauwbroek Job Koelewijn, One Taste, 2000 @ De Grote Kunstshow. Foto: Ernst van Deursen

De Grote Kunstshow

Is kunst gemaakt om aan een witte muur te hangen en in alle stilte te bekijken? Volgens cultuuradviseur Johan Idema en curator Nina Folkersma niet. Samen met de Stadsschouwburg Amsterdam en de Rabobank organiseerden zij De Grote Kunstshow. Een kunstspektakel waarin alle zintuigen worden geprikkeld.

Tijdens de voorstelling worden elf kunstwerken uit de Rabo Kunstcollectie  het theater in gedragen en in de spotlights gezet. Alle disciplines zijn vertegenwoordigd, van video, tot schilderkunst en ruimtelijk werk. De objecten komen tot leven doormiddel van licht, geluid, monologen en zelfs door geuren en smaken. Geen scène is hetzelfde. Het lijkt één groot experiment.

Inspirerend
Vooral de dialogen en monologen zijn inspirerend en laten de bezoekers op een andere manier naar het werk kijken. De installatie Memorial for intersections #1, van Amalia Pica wordt bijvoorbeeld opgebouwd op het podium terwijl uit de boxen interpretaties klinken van kinderen, kunstkenners en andere personen: “Het lijkt wel een kapstok.” Als toeschouwer filosofeer je automatisch mee. Wat zie ik? Waar zal het werk over gaan? Beetje bij beetje laat de audiopresentatie meer informatie los over het werk. De fotoserie The Secret Lives of Girls van Hellen van Meene wordt daarentegen op een abstracte manier getoond. Actrice Eva van Manen houdt een monoloog, geschreven door Hannah van Wieringen, waarin ze in het leven van de geportretteerde duikt. Deze scènes roepen vooral veel vragen en verwarring op.

Geurcompositie
De meest verrassende presentatie is gekoppeld aan het werk Papagaaitulpen/Lente II van Marc Mulders. Geurhistorica Caro Verbeek presenteert een geurcompositie waarin de drie lagen van het werk naar voren komen. De neus en de hersenen blijken moeilijk samen te werken. Je herkent een geur, je kunt het misschien koppelen aan een omgeving, maar niet benoemen. Pas als Verbeek zegt welke geur er door de zaal dwarrelt wordt er hevig geknikt.

In de slotscène wordt een grote diepvries, verlicht door een groene waas en mist, van achter het podium naar voren geduwd. Alsof een icoon het podium betreedt. Dat gevoel klopt. Alleen is niet de diepvries het werk, maar de groene iconische ijsjes van Job Koelewijn. Iedere bezoeker krijgt zo’n kunstwerkje en mag likken aan een miniportret van Jezus, Plato, Boeddha, Gagarin of Van Gogh. Velen zullen de sterke muntachtige smaak nog regelmatig herbeleven als ze aan de iconen denken waarvan ze hebben gesnoept.

Enthousiast
Vlaamse theatermaker Lucas de Man kletst enthousiast de verschillende scènes aan elkaar. Met de nodige flauwe grappen, die er soms iets te dik boven op liggen, probeert hij het publiek actief bij de show te betrekken. Het is de vraag of deze enthousiaste methode dé manier is om kunst te tonen. De presentaties van de kunstwerken zijn al prikkelend genoeg. Maar èèn ding is zeker, de gemiddelde negen seconden kijktijd wordt per werk ruimschoots verbroken. Tevens is dit een laagdrempelige manier om kunst te beleven. Je hoeft alleen maar onderuit te zitten en je te laten entertainen.

Op de laatste dag van het Amsterdam Art Weekend bezocht ik De Grote Kunstshow voor CultuurBewust.nl.